Lucide Dromen: Het Fenomeen

Elke nacht een dubbelleven
– de kracht van lucide dromen

Lucide dromen zijn zeldzaam en fascinerend: het zijn momenten waarop het bewustzijn tijdelijk ‘aan’ gaat midden in de slaap. Dat roept grote vragen op over bewustzijn, hersenactiviteit en controle. Emma Peters, promovendus aan de Universiteit van Bern, onderzoekt dit bijzondere verschijnsel en komt tot opvallende inzichten.

  1. Wat zijn lucide dromen?

    “Lucide dromen zijn dromen waarin je je tijdens het dromen bewust bent dat je droomt: je denkt ineens: ‘Hé! Dit kan helemaal niet!’ terwijl de droom doorgaat (LaBerge & Ornstein, 1985). Het voelt alsof je wakker bent in je droomwereld. Dat besef kan vaag zijn of juist glashelder, alsof je in een virtuele realiteit zit (Mallett et al., 2021). Je hebt ook vaak meer controle; je kunt meer zelf bepalen wat er gebeurt dan in een gewone droom. Ongeveer de helft van de mensen heeft wel eens een lucide droom gehad. Zo’n twintig procent heeft ze af en toe spontaan. Maar echt regelmatige lucide dromers vormen een klein clubje van één tot twee procent (Schredl & Erlacher, 2011). We herinneren ons lucide dromen niet altijd, maar ze blijven vaak beter hangen dan gewone dromen – waarschijnlijk omdat je hersenen er al wat bewuster bij zijn. Daardoor voelt het ook vaak meer als een échte ervaring.”

  2. Wat gebeurt er in de hersenen tijdens een lucide droom?

    “Lucide dromen ontstaan meestal in de REM-slaap – de fase waarin we het levendigst dromen. Tijdens REM is een groot deel van je brein actief, behalve de prefrontale cortex (Baird et al., 2018; Dresler et al., 2012, p. 20). Dat is het gebied achter je voorhoofd dat betrokken is bij zelfreflectie, plannen en bewustzijn. Tijdens een lucide droom lijkt dat deel weer ‘aan’ te gaan. Alsof je een lichtknopje omzet. Dan denk je ineens: ‘Wacht eens… droom ik?’ of ‘Dit klopt niet!’ – iets wat je normaal niet denkt tijdens een droom.
    Hersenonderzoek laat zien dat lucide dromers inderdaad meer activiteit hebben in gebieden die normaal ‘slapen’, zoals de prefrontale en pariëtale cortex – die gaan over zelfbewustzijn, zintuigen en lichaamswaarneming (Baird et al., 2018; Dresler et al., 2012).
    Wat we nog niet precies weten: komt dat bewustzijn eerst, of de hersenactivatie? En wat gebeurt er dan precies in dat moment van besef? Omdat lucide dromen zeldzaam zijn, zijn ze lastig vast te leggen in fMRI of EEG. De enige studie die dat wél lukte, is van mijn professor in Nederland – gebaseerd op één persoon (Dresler et al., 2012, p. 201).”

  3. Wat is de (evolutionaire) functie van lucide dromen?

    “Ook daarover hebben we nog veel vragen. We kennen de voordelen, maar waarom is het dan zo zeldzaam? Misschien is het gewoon een fijn evolutionair foutje. Tijdens een normale non-lucide droom maakt je brein op een creatieve manier connecties die je wakker niet bewust maakt. Je belandt in onverwachte situaties: van vluchten voor een monster (threat-simulation theory, Valli & Revonsuo, 2009) tot vreemde sociale interacties (social-simulation theory, Tuominen et al., 2019). We denken dat dát een evolutionaire functie is: het brein leert van zulke simulaties.
    Dat maakt lucide dromen juist zo’n mysterie. Als het voordeel van dromen is dat je ‘wakkere’ zelf er even niet is, waarom bestaan lucide dromen dan? Het voordeel ervan is juist dat je wakkere zelf actief iets kan doen in die onbegrensde droomwereld. Misschien zijn ze daarom zo zeldzaam: omdat non-lucide en lucide dromen in balans moeten blijven.”

  4. Welke voordelen ervaren lucide dromers zelf?

    “Voor veel lucide dromers is het echt een lifestyle. Ze stappen ’s nachts in een ander leven, en dat kan veel betekenis hebben. Zoals de jonge vrouw in een rolstoel, die in haar dromen een leven leidt zonder beperkingen, met man en kinderen.
    Er zijn ook lucide dromers die hun nachten inzetten om overdag beter te presteren. Bijvoorbeeld sporters, die het gebruiken als aanvulling op hun gewone training (Erlacher et al., 2012). Er is zelfs empirisch bewijs: fysieke training in een lucide droom leidt tot merkbare verbetering in het echte leven (Peters et al., 2023). Dit heet ‘lucid dream motor practice’ (LDMP). Je longinhoud of spiermassa neemt natuurlijk niet toe – signalen vanuit de primaire motor cortex naar je spieren worden geblokkeerd, anders zou je in je slaap bewegen (Hu, 2020).
    Wat wél actief is, zijn de signalen die voorafgaan aan beweging – zoals het plannen ervan. Je kunt dus bijvoorbeeld denken: ‘Als ik mijn arm iets verder draai, lukt die radslag beter.’ Sporters gebruiken hun lucide dromen ook om bewegingen vanuit een ander perspectief of in slow motion te analyseren – alsof ze een video-analyse bekijken. Of ze experimenteren met omstandigheden, zoals meer wind op een skipiste.
    Ook in de kunst wordt lucide dromen benut. Sommige kunstenaars gebruiken het als bron van inspiratie of als een soort simulatie-atelier, zoals @davegreen5000 op Instagram.”

  5. Kan iedereen leren om lucide dromen te hebben?

    “Dat denk ik wel. Zelfs mensen die denken dat ze nooit dromen, hebben na een dutje in ons lab soms meerdere ‘aha’-momenten. Ze ervaren dan hun eerste lucide droom – soms zelfs zonder dat ik een specifieke inductietechniek heb gegeven.
    Ik werk al zeven jaar aan onderzoek naar lucide dromen, en pas sinds kort begint het bij mij zelf een beetje op gang te komen. Al mijn collega’s beleven de wildste avonturen. Mijn professor grapte zelfs dat ik had gelogen op mijn cv, toen hij hoorde dat ik nog nooit een lucide droom had gehad.”

  6. Wat beleef je zelf in een lucide droom?

    “Ik werd vanochtend wakker en had voor de tweede keer een lucide droom. Ik keek uit een raam en dat werd een aquarium. Als ik dat niet meteen had opgenomen, was ik het alweer vergeten. Ik heb meerdere ‘prelucide’ dromen gehad – dan begin je kritisch na te denken over je droom en je ervaringen, maar kom je nog niet honderd procent tot de conclusie dat het niet echt is. In een ‘echte’ lucide droom ben je je bewust dat je droomt en heb je er wat controle over. Die controle fascineert me enorm: in hoeverre kun je aspecten van je droom wel of niet sturen, en waarom?
    In een andere lucide droom wilde ik een portaal bouwen om te zien waar ik uit zou komen. Ik dacht: ‘Hoe doe je dat? Met bakstenen!’ Dus ik tekende een vierkant met mijn vinger, trok het omhoog en er ontstond een kubus. Mijn plan was bakstenen te stapelen en een boog te bouwen. Maar mijn controle gleed weg: de kubus werd een kruimelige zandhoop en er verschenen dreigende droomfiguren die me neerschoten. Toen werd ik wakker.
    Het komt vaker voor dat mensen zich bedreigd voelen in een lucide droom. Wat ik zó goed vind aan Inception (Christopher Nolan, 2010), is dat hij dat precies heeft neergezet: de droompersonages staren je aan en willen je uitschakelen.
    Tijdens ons onderzoek vragen wij onze proefpersonen bepaalde oogbewegingen te maken, als verificatie van hun bewustzijn. Als je je bedreigd voelt in je droom, is dit een stuk lastiger: een van onze respondenten durfde dat niet omdat er dreigende droom personages naar haar bleven staren. Ze wilde liever niet zo opvallen dus ging toen snel in een hoekje van de kamer staan om de oogbewegingen te maken. Echt, ik hoor de meest bijzondere verhalen – en ik hoop er zelf nog veel mee te maken in mijn slaap!”

 Meer lezen?

Wat Emma onderzoekt, en waarom, lees je hier. En in dit artikel vertelt Emma alles over de bijzondere toepassing van haar onderzoek en de complexe ethische vragen die dat met zich meebrengt.

Geschreven door Susanne de Joode, medisch journalist, in opdracht van de NSWO.

26 juni 2025

Meer artikelen over slaap: